Tijdens het bouwproces van de A-pier bestonden volgens Schiphol diverse problemen. Zo waren er kwaliteitsproblemen die BN-TAV niet snel genoeg oploste en was de planning onbetrouwbaar. BN-TAV verstrekte onvoldoende informatie over de voortgang van het project en beschermde het werk onvoldoende tegen weersinvloeden. BN-TAV is het daar niet mee eens en wijt een groot deel van de problemen aan fouten in het ontwerp van de A-pier, waarvoor Schiphol verantwoordelijk was.
Beslissing tussenvonnis
De rechtbank beslist in een tussenvonnis dat Schiphol het contract niet tussentijds mocht beëindigen om de door Schiphol genoemde redenen. De tekortkomingen van BN-TAV zijn daarvoor niet ernstig genoeg. Bij het bepalen van de ernst van de door Schiphol genoemde redenen voor beëindiging, woog de rechtbank ook de problemen mee die ontstonden door het gebrekkige ontwerp van Schiphol en de consequenties die de beëindiging heeft voor de vele onderaannemers.
Vervolg procedure rechtszaak
Het vervolg van de procedure gaat over de financiële afwikkeling van de beëindiging. Schiphol en BN-TAV worden eerst in de gelegenheid gesteld de rechtbank te laten weten of zij de zaak tijdelijk willen stilleggen om met elkaar tot een oplossing te komen. Als dit niet het geval is wordt de procedure verder voortgezet.