HAARLEM - De rechtbank Noord-Holland heeft een 50-jarige man veroordeeld voor het doen van een valse bommelding terwijl hij in een vliegtuig zat van Dubai naar Schiphol. Dat gebeurde op 13 juli 2022. Hij krijgt een celstraf opgelegd van 240 dagen waarvan 44 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Aan het voorwaardelijke deel verbindt de rechtbank onder meer de bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich verplicht moet laten behandelen.


Valse bommelding

Op de bewuste dag vloog de verdachte in een vliegtuig van Emirates Airlines naar Schiphol. Het vliegtuig was net begonnen aan de landing toen de verdachte aan boord een briefje aan een bemanningslid gaf met daarop de tekst: 'dit is geen grap. Ik heb hier een bom voor de landing'. Bij het overhandigen van het briefje zei hij: 'I would read that.' Als gevolg van de valse bommelding heeft de co-piloot alleen het contact met de verkeersleiding moeten onderhouden en de landing zelfstandig moeten uitvoeren terwijl dat met twee piloten dient te gebeuren.

De verdachte zou in 2020 ook een valse bommelding hebben gedaan, maar die zaak is wegens zijn gezondheidstoestand geseponeerd. Tijdens de zitting erkende de verdachte toen ook de valse bommelding te hebben gedaan omdat hij hulp zocht. De situatie was volgens de verdachte vergelijkbaar met de huidige situatie.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het doen van de valse bommelding in het vliegtuig. Dit is een zeer ernstig feit dat gevoelens van angst kan veroorzaken bij het boordpersoneel en de inzittenden van de betreffende vlucht en voor de maatschappij als geheel. Daarnaast belasten dit soort valse meldingen de werking van de opsporingsautoriteiten. Ook heeft de verdachte met zijn handelen een bedreiging voor de veiligheid veroorzaakt doordat hij de gezagvoerder onttrokken heeft aan zijn werkzaamheden, met name ten behoeve van de landing. Het stressniveau tijdens de landing was bij de piloten zeer hoog omdat deze door de co-piloot alleen moest worden uitgevoerd.

De rechtbank rekent, na advies van een psychiater, de ten laste gelegde feiten in verminderde mate toe. Dit omdat de verdachte lijdt aan wanen. Het risico op herhaling is volgens de reclassering gemiddeld en lijkt volgens de psychiater vooral samen te vallen met de waanideeën. De rechtbank legt hem een celstraf op waarvan een deel voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar. Dat moet de verdachte ervan weerhouden opnieuw een strafbaar feit te plegen. Daaraan verbindt de rechtbank verschillende bijzondere voorwaarden. Zo moet hij na zijn detentie worden opgenomen in een zorginstelling voor behandeling van waansymptomen en mag hij geen alcohol gebruiken.